Nieuwsbrief september 2021

Aarde-element

In de nieuwsbrievenreeks aandacht voor de elementen vanuit de Traditionele Chinese Geneeskunde.
Het aarde-element is verbonden met de na-zomer, en vertegenwoordigt een stabiele, rustige energie, en is verbonden met Milt-Alvleesklier- en Maagmeridiaan.

In de oefenset combineer ik dierfiguren van Paulie Zink (de oorsprong van de Yin-Yoga) met meridiaanstrekkingen voor met name Maag en Milt, en elementbewegingen. De oefenset is een korte les, die je kan bekijken via de bijgevoegde link! 

De oefenset is een korte les, omdat de set wat langer is, zijn de oefeningen maar kort beschreven.
Veel plezier!

Warming up: Je kan de tenen losmaken en de zool van de voet stevig kloppen. Doe dit met beide voeten.
Dan leg je de benen gestrekt voor je, en je masseert stevig de kniestrekkers, net boven de knieën.
Kom dan staan en breng een hand naar voor en de andere hand naar achter. Ga dan veren vanuit de knieën en laat de armen vrij mee zwaaien.
Stap dan op een inadem naar rechts terwijl je de rechterarm opheft en de ribben opent aan de rechterzijde. Herhaal dit enkele keren naar rechts, voel na en doe hetzelfde dan naar links.

Nierloopje: Deze beweging is goed voor de Nier-meridiaan, maar door de gelijkmatig doorgaande beweging is de bewegingskwaliteit die van het aarde-element.
Je staat met de voeten op heupbreedte. Op de uitadem breng je het gewicht op rechts, terwijl je het linkerbeen opendraait, en de linkervoorvoet optilt. Op de inadem kom je terug in het midden.
Kom dan op links, alsof je in het linkerbeen gaat zitten, en je draait het rechterbeen over de hiel open. Op de inadem kom je weer terug in het midden. Herhaal de beweging in een gelijkmatig ritme zolang je wilt.
Maak dan een vloeiende overgang naar de volgende oefening.

De Beer: Je komt op handen en knieën, handen onder de schouders en knieën onder de heupen. Verplaats je gewicht dan steeds naar rechts en naar links alsof je een waggelende beer bent. Voel hoe je in een zware, stabiele beweging je gewicht steeds verplaatst. Stel je dan voor dat je met een klauw honing uit een boom grijpt. Ga dan vloeiend door naar de volgende oefening.

De Koe: Je staat nog steeds op handen en knieën. Dan draai je een hand zo ver mogelijk naar binnen. Kijk of je zo ver kan draaien dat de elleboog min of meer naar voor wijst. Je kan de elleboog dan neerleggen, als een koe die gaat zitten. Doe dan hetzelfde met de andere hand en arm. Wanneer ellebogen en schouders meer bewegingsruimte krijgen, probeer deze beweging dan met beide handen tegelijk!

Middelste ademruimte: je bent nog steeds op handen en knieën. In de kathouding open je op de inadem een flank naar één zijde en op de uitadem veert de flank terug. Herhaal dit 8 keer aan dezelfde (!) zijde, stop de beweging en voel na. Herhaal dan 8 keer de beweging aan de andere zijde. Voel ook dan na.

Bovenbuik losmasseren: Je zit op de knieën, of op een kruk of stoel. Plaats de vingers van beide handen gespreid onder de ribbenboog, een stukje uit het midden.
Als je uitademt laat je de vingers onder de ribben glijden en buig je met de bovenrug over de handen heen. Stel je voor dat je vingers zacht als fluweel zijn, en rustig naar binnen glijden om daar de maag en lever te masseren. Blijf even met de romp over de handen gebogen, terwijl de vingers onder de ribben blijven. Voel of je zo rustig door kan ademen en spanning uit de bovenbuik los kan laten. Kom dan weer rechtop zitten en herhaal de beweging als je dat wilt. Voel dan de doorwerking van deze orgaanmassage.

Maagmeridiaan: Kom in schuttershouding met de rechtervoet voor, handen naast de voorste voet. Plaats je rechterhand aan de binnenkant van je rechtervoet, eventueel met een blok onder je hand.

Onder de linkerknie kan je een kussen of andere ondersteuning leggen om de druk op de knie te vermin- deren. Breng je gewicht wat naar achter, en pak met je linkerhand de linkervoet. Kom dan met het bekken rustig naar voor tot dat je rek voelt in de voorzijde van het bovenbeen. Ga zo ver dat je voor je gevoel nog naar de reklijn toe kan ademen. Blijf zeker een minuut in deze houding. Kom terug en voel de doorwerking. Wissel dan van been.

Ruglig bekkenbodem: Je ligt op de rug met de knieën gebogen en de voeten plat op de grond. De armen liggen langs de romp. Je ademt gevoelsmatig, naar de binnenkant van de knieën. Voel of je de adembeweging in de bekkenbodem kan voelen: op de inadem het uitzetten van de bekkenbodem, op de uitadem het terugveren van de bekkenbodem. Dan op de uitadem maak je de handen tot vuisten. Voel of er een reactie is (aanspanning) in de bekkenbodem. Op de inadem laat je los. Herhaal dit enkele keren. Dan op de uitadem sluit je en span je de bekkenbodem actief, terwijl je vuisten maakt. Doe dit een paar keer.

Miltmeridiaan liggend: Je ligt op de rug, met gestrekte benen. Je buigt een been en plaatst de voet van het gebogen been met de zool tegen de enkel van het gestrekte been. De lijn waar je nu rek voelt is de Milt-meridiaan. Dan hef je op de inadem de knie een paar centimeter. Op de uitadem laat je de knie rustig zakken, en adem je voor je gevoel via het Milttraject uit. Herhaal enige keren. Dan wissel je de adem.

Op de uitadem hef je de knie, op de inadem open je de knie. Herhaal een paar keer, leg het been neer en voel na. Wissel dan van been.

Omgekeerde plank: Je komt dan zitten in langzit, de handen achter je, de vingers wijzen naar voor. Start de beweging dan door de hielen in de grond te drukken. Je brengt/rolt je gewicht als het ware over je hielen iets naar voor. Je heft het bekken zonder het bekken te kantelen.

Blijf drukgeven vanuit de hielen en hef het bekken (vanuit de bilspieren). Voel of je de liezen kan ontspannen! Geef nog meer druk op de hielen en hef het bekken verder, terwijl de aandacht de romp in gaat, over de lijn naast de rechte buikspieren. Hef het bekken verder, zodat de romp meebeweegt, de borst opent, en de schouderbladen aan de achterzijde sluiten. Dan kan je het hoofd naar achter brengen. Stop de beweging als je voelt dat de energie niet meeloopt.

Aarde-elementbewegingen: Kom staan met de voeten op heupbreedte. Maak rustige, gelijkmatige, bewegingen vanuit het bekken. Deze bewegingskwaliteit is gekoppeld met het aarde element. Terwijl je de bewegingen maakt kan je je ook voorstellen hoe je een stabiel rustpunt kan vinden in het bekken.

Dan til je de armen in een ‘gedragen cirkel’-vorm. Op de adem maak je gelijkmatige rotaties vanuit de schoudergordel, terwijl je voelt hoe de schouders gedragen worden op de flanken.

Aarde-meditatie: Kom dan zitten, en sluit de ogen half of helemaal. Voel of je de ogen kan verzachten. Leg de rechterhand op de onderbuik en de linkerhand links onder de ribben. Volg de adem.

Neem in je gedachten een vruchtbare bodem; voedselrijk, maar niet te zwaar, waar het water doorheen kan sijpelen. Deze bodem zelf is vol met leven – bodemleven. Stel je voor wat allemaal kan ontspruiten aan deze bodem, wat deze bodem allemaal kan dragen.
Misschien kan je in jezelf ook zo’n dragende bodem voelen, waaruit je energie kan putten en waar je op kan vertrouwen. Laat dit beeld dan los en volg je adem. Voel hoe je het met je is, je interne waarneming en je gevoelskleur.

Meridianen en elementen